Woensdag 10 januari 2024

Burn-out heeft niets te maken met werk (misschien een beetje)

Mensen stappen mijn praktijk binnen met een door de arts gegeven diagnose: Burn-out.  Inderdaad, ze kunnen het werk niet meer aan, zijn overspoeld, overprikkeld, hun energietank ik leeg en ze hebben slaapproblemen (en nog zoveel meer). 

Het is niet enkel de werkcontext, een negatieve werksfeer, de hoge werkdruk, veel te lang in een niet-passende of toxische context blijven die ervoor zorgen dat je te kampen krijgt met burn-out.

Wanneer we even verder kijken dan de uiterlijke symptomen en naar de diepte gaan zien we dat er ongezonde mechanismen aan het werk zijn die aanleiding hebben gegeven tot het nu opgebrand zijn.

Wat mij als psychotherapeute opvalt is dat mensen met een burn-out vaak last hebben van:

1. Een negatief zelfbeeld

  • Veel van mijn cliënten zijn als kind/jongere gepest geweest. Ze hebben hierdoor het gevoel ‘niet goed genoeg te zijn’ en willen zich graag bewijzen.  Ze nemen werk van hun collega’s op zich wat niet tot hun takenpakket hoort, nemen karwijtjes op hun schouders, organiseren allerlei dingen enkel en alleen om erbij te horen, aanvaard, gezien en erkend te worden.
  • Anderen hebben ouders waarvoor het ‘nooit goed genoeg’ was. Waarom kon een 7 op het rapport geen 8 zijn?  Alles kon altijd beter, de lat werd erg hoog gelegd en dit trekken ze door in hun prestaties op het werk, in relaties, voor zichzelf. Ze kregen voorwaardelijke acceptatie en liefde, enkel wanneer ze voldeden aan het beeld dat hun ouders van hen hadden.
  • Als kind kon je niet jezelf zijn. Je hebt vaak gehoord dat je niet goed bent zoals je bent. Uitspraken als: ‘Kijk eens naar je zusje, die kan het wel’, ‘Je doet altijd zo moeilijk’, enz. hebben je erg gekwetst. Je hebt geen of onvoldoende aandacht en erkenning gekregen.

2. Geen grenzen kunnen stellen

Heel wat mensen hebben nooit hun eigen mening kunnen en/of mogen geven. Of ze zeiden wat ze dachten en voelden maar er werd niet naar ze geluisterd. Het gevolg hiervan is dat ze denken ‘Niet belangrijk genoeg te zijn, er niet toe doen’.  Ze hebben geleerd zich te verstoppen achter een masker. Zichzelf zijn is niet goed genoeg. Ze gedragen zich als een kameleon en proberen te voldoen aan de (al of niet ingebeelde) verwachtingen van anderen.

3. Geen rekeninghouden met je hooggevoeligheid.

Uit onderzoek van HSP-experte Esther Bergsmak blijkt dat 57% van de HSP’s een burn-out heeft (gehad), terwijl dat bij de algehele bevolking slechts 15% is.

Je hebt te weinig stilgestaan bij de omstandigheden waaronder je moet werken. Je hebt bijvoorbeeld nood aan structuur maar je werkt in een omgeving die heel onvoorspelbaar is. Of zoals ikzelf heb ondervonden. Ik heb nood aan een veilige context maar laat dat nu niet het geval zijn in bepaalde afdelingen van een psychiatrisch ziekenhuis of Bijzondere Jeugdzorg.  Ik hield van het contact met de patiënten en bewoners, maar toch ging ik met een bang hart werken, met een krop in mijn keel die na het werk uitmonden in een stortvloed aan tranen.  Ik begreep het niet. Ik hield toch van het contact en het werken met deze mensen? Waar kwamen de tranen dan vandaan? Het werd mij duidelijk toen ik besefte dat ik nood heb aan veiligheid, terwijl ik op mijn werkplek heel vaak geconfronteerd werd met agressietoestanden.  De angst alleen al dat er ook vandaag weer agressie zou (kunnen) plaatsvinden verlamde mij.  Ik vroeg het uiterste van mezelf om toch in deze context te kunnen blijven functioneren met een burn-out tot gevolg.

4. Belemmerende overtuigingen

‘Ik mag geen fouten maken’, ‘Ik mag geen nee zeggen’, ‘Ik mag niemand teleurstellen’, ‘Ik moet sterk zijn en alles alleen kunnen’, dus ik vraag geen hulp. ‘Iedereen moet mij leuk vinden’ maar weet je, als je honderd mensen hebt dan is één derde niet geïnteresseerd in wat je zegt of doet, een ander derde vindt alles goed van je en voor het laatste deel zal je nooit, wat je ook doet of zegt, voldoen. Wat willen de meeste mensen? Voldoen aan de honderd mensen, maar dit kan per definitie niet. Dus stop met jezelf zo uit te sloven en richt je op wat jij kan en wil geven, vanuit je eigen waarden, talenten, vaardigheden en normen, en niet op wat je (denkt) dat anderen van jou verwachten.

5. Parentificatie

Eén van je ouders werd ziek, kampte met een depressie, was verdrietig door een verlies waardoor zij/hij niet de zorg voor jou kon opnemen. Wat deed je? Je nam het huishouden over, zorgde voor anderen (broers/zussen/ouder) en duwde je eigen verdriet, noden en zorgen ver weg in een hoekje van je hart. Je hebt al vroeg geleerd zelfstandig te zijn en rekening te houden met je omgeving. Je aandacht gaat vooral (ook nu nog) naar de behoeften, verwachtingen en het welzijn van anderen en verliest telkens weer jezelf uit het oog. Je maakt de anderen belangrijker dan jezelf en cijfert jezelf helemaal weg.

6. Te weinig zelfzorg en geen balans tussen energiegevers en energienemers.

Je zorgt te weinig voor jezelf: geen of te weinig lichaamsbeweging, ongezonde voeding, slechte gewoonten, te weinig slaap, geen of onvoldoende ontspanning. Hierdoor laad je je batterij te weinig op zodat ze op een bepaald moment leeg is.

7. Relatieproblemen

Heb je thuis geen veilige, stabiele haven waar je tot rust kan komen? Dit vraagt heel veel energie.  Komen daar nog moeilijke werkomstandigheden of werklast bovenop dan sijpel je stilletjes leeg.

Het tegenovergestelde kan zich ook voordoen. Door de grote werklast ben je prikkelbaar, heb je geen energie meer over voor je partner en ontstaan er relatieproblemen.

 

Zoals je ziet, onder de uiterlijke symptomen van een burn-out liggen heel wat ‘onzichtbare’ oorzaken.  Wil je burn-out voorgoed uit je leven bannen, dan is het belangrijk dat je met deze ‘verborgen’ aspecten aan de slag gaat.  Werk niet enkel aan de oppervlakte, maar ga de diepte in, hoe moeilijk het ook is om trauma’s en verdriet onder ogen te zien, het is de enige manier om blijvend energiek, veerkrachtig en in balans te leven.

Wat is er dus nodig?

  1. Inzicht: Wat is de werkelijke oorzaak van mijn burn-out?
  2. Doel: Wie wil ik zijn in alle rollen die ik vervul?
  3. Verantwoordelijkheid: Wat ga ik doen om goed voor mezelf te zorgen?
  4. Loslaten: Welke negatieve gedachten, verdriet en teleurstelling wil ik met EMDR verwerken zodat ze mijn leven niet langer bepalen?

Heb je hierbij hulp nodig? Stuur mij dan een mailtje, ik begeleid je graag!